In de ouderenzorg is vrijheid een groot goed. Iedereen wil zijn of haar leven kunnen leiden zoals hij dat gewend is. Ook als iemand ouder wordt, ziek is of te maken krijgt met dementie. Tegelijk is die vrijheid niet altijd vanzelfsprekend. Want wat als iemand niet meer goed kan overzien wat veilig is? Wie beslist er dan? En hoe zorgen we ervoor dat we de vrijheid van de ander blijven respecteren?
Dat is precies waar de Wet zorg en dwang over gaat. Die wet zegt dat we pas iets mogen doen tegen iemands wil als het écht niet anders kan. Bijvoorbeeld als iemand ernstig in gevaar is. Maar zelfs dan is het belangrijk om steeds te blijven kijken: kan het ook anders? En: doen we dit nog steeds in het belang van de cliënt?
Die verantwoordelijkheid ligt niet alleen bij de zorgprofessionals. Ook naasten, kinderen, partners en familieleden hebben hierin een belangrijke rol. Want zij kennen hun geliefde vaak als geen ander. En het is juist die kennis die helpt om moeilijke keuzes samen te bespreken.
Samen in gesprek blijven
Het is daarom belangrijk dat we het gesprek blijven voeren. Over wat vrijheid betekent. Over wat veiligheid vraagt. Over wat iemand nog wíl en kán. Die gesprekken zijn soms lastig, maar ook waardevol. Ze zorgen ervoor dat we elkaar beter begrijpen. Dat we elkaars zorgen horen. En dat we samen beslissingen nemen die passen bij de persoon om wie het gaat.
Want zorg is meer dan regels en afspraken. Zorg gaat over mensen. Over vertrouwen. En over het zoeken naar balans. Vrijheid vraagt aandacht. En vooral: samenwerking.